Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·pa·thi·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
sympathiseren

sympathiseerden

  1. meervoud verleden tijd van sympathiseren
    • Wij sympathiseerden. 
    • Jullie sympathiseerden. 
    • Zij sympathiseerden. 
     Er was niets mis mee dat mensen uit de hogere klasse sympathiseerden met de arbeidersbeweging, zo was hij begonnen.[1]
     Wie zou toegeven dat ze sympathiseerden met de kolonisatoren tegen de oorspronkelijke bevolking? Maar het is waar wat ik schreef.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767