surft
- surft
vervoeging van |
---|
surfen |
surft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surfen
- Jij surft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surfen
- Hij surft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van surfen
- Surft!
- Het woord surft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.