sublimeerde
- Geluid: sublimeerde (hulp, bestand)
- su·bli·meer·de
vervoeging van |
---|
sublimeren |
sublimeerde
- enkelvoud verleden tijd van sublimeren
- Ik sublimeerde.
- Jij sublimeerde.
- Hij, zij, het sublimeerde.
- Ik sublimeerde.
- Het woord sublimeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.