stukleest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stuk·leest
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stuklezen |
stukleest
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen
- ... dat jij stukleest.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen
- ... dat hij stukleest.
Gangbaarheid
- Het woord stukleest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.