Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stuk·la·zen

Werkwoord

vervoeging van
stuklezen

stuklazen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van stuklezen
    • ...dat wij stuklazen. 
    • ...dat jullie stuklazen. 
    • ...dat zij stuklazen. 

Gangbaarheid