stukket
- stuk·ket
stukket
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke
stukket
- voltooid (verleden) deelwoord van stikke
stukket
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van stuk
- stuk·ket
stukket
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke
stukket
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van stikke
stukket
- voltooid (verleden) deelwoord van stikke