• stres·seer
vervoeging van
stresseren

stresseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stresseren
    • Ik stresseer. 
  2. gebiedende wijs van stresseren
    • Stresseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stresseren
    • Stresseer je?