strandden
- strand·den
vervoeging van |
---|
stranden |
strandden
- meervoud verleden tijd van stranden
- Wij strandden.
- Jullie strandden.
- Zij strandden.
- Wij strandden.
- Het woord strandden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.