• straf·fe
vervoeging van
straffen

straffe

  1. aanvoegende wijs van straffen
    • Men straffe steeds in kalmte, met een koel hoofd en een warm hart. 

straffe

  1. bijvorm van straf in: op straffe van — met de bijbehorende straf van
    • Dit is op straffe van een boete van ten hoogste duizend gulden verboden. 

straffe

  1. verbogen vorm van de stellende trap van straf
    • Een straffe oostenwind bolt de zeilen. 
89 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be