stortte vol
- Geluid: stortte vol (hulp, bestand)
- stort·te vol
vervoeging van |
---|
volstorten |
stortte vol
- enkelvoud verleden tijd van volstorten
- Ik stortte vol.
- Jij stortte vol.
- Hij, zij, het stortte vol.
- Ik stortte vol.
- Het woord stortte vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.