stinkt
- stinkt
vervoeging van |
---|
stinken |
stinkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stinken
- Jij stinkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stinken
- Hij stinkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stinken
- Stinkt!
- Het woord stinkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.