stenigden
- ste·nig·den
vervoeging van |
---|
stenigen |
stenigden
- meervoud verleden tijd van stenigen
- Wij stenigden.
- Jullie stenigden.
- Zij stenigden.
- Wij stenigden.
- Het woord stenigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.