startte
- start·te
vervoeging van |
---|
starten |
startte
- enkelvoud verleden tijd van starten
- Ik startte.
- Jij startte.
- Hij, zij, het startte.
- Ik startte.
- Het woord startte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
starten |
startte