staffelt
- staf·felt
vervoeging van |
---|
staffelen |
staffelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staffelen
- Jij staffelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staffelen
- Hij staffelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van staffelen
- Staffelt!
- Het woord staffelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.