splinterde
- Geluid: splinterde (hulp, bestand)
- splin·ter·de
vervoeging van |
---|
splinteren |
splinterde
- enkelvoud verleden tijd van splinteren
- Ik splinterde.
- Jij splinterde.
- Hij, zij, het splinterde.
- Ik splinterde.
- Het woord splinterde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.