speelperiodes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  speelperiodes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• speel·pe·ri·o·des

Zelfstandig naamwoord

de speelperiodes mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord speelperiode

Gangbaarheid

• Het woord speelperiodes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.