spaarden
- spaar·den
vervoeging van |
---|
sparen |
spaarden
- meervoud verleden tijd van sparen
- Wij spaarden.
- Jullie spaarden.
- Zij spaarden.
- Wij spaarden.
- Het woord spaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
sparen |
spaarden