soundmixte
- Geluid: soundmixte (hulp, bestand)
- sound·mix·te
vervoeging van |
---|
soundmixen |
soundmixte
- enkelvoud verleden tijd van soundmixen
- Ik soundmixte.
- Jij soundmixte.
- Hij, zij, het soundmixte.
- Ik soundmixte.
- Het woord soundmixte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.