sogden
- sog·den
vervoeging van |
---|
soggen |
sogden
- meervoud verleden tijd van soggen
- Wij sogden.
- Jullie sogden.
- Zij sogden.
- Wij sogden.
- Het woord sogden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.