Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snoeit

Werkwoord

vervoeging van
snoeien

snoeit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoeien
    • Jij snoeit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snoeien
    • Hij snoeit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snoeien
    • Snoeit!