snerp
- snerp
vervoeging van |
---|
snerpen |
snerp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snerpen
- Ik snerp.
- gebiedende wijs van snerpen
- Snerp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snerpen
- Snerp je?
- Het woord snerp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.