snapt
- snapt
vervoeging van |
---|
snappen |
snapt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snappen
- Jij snapt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snappen
- Hij snapt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snappen
- Snapt!
- ▸ Pas als je ook een goede conditie hebt en snapt hoe de zee en stromingen werken, is het echt veilig."[1]
- Het woord snapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories