• smo·rens

smorens

  1. genitief van smoren
    • De Wet zou 't euvel opnemen als men een „natuurlyk" kind sloeg ... tot blauwwordens toe. Als men het in 't water gooide... tot verdrinkens toe. Als men 't de keel dichtkneep... tot smorens toe.[1] 
  1. blz 7 Ideën, Deel 2
    Multatuli
    Elsevier 1889