Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeekt

Werkwoord

vervoeging van
smeken

smeekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smeken
    • Jij smeekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smeken
    • Hij smeekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smeken
    • Smeekt!