• smal·le·tjes
  • Afgeleid van smal met het achtervoegsel -tjes en met het invoegsel -e-. Doordat dit achtervoegsel is ontstaan uit het verkleiningsachtervoegsel -tje volgt dit achtervoegsel dezelfde regels voor het invoegen van klanken achter de stam van het grondwoord; in dit geval is er medeklinkerverdubbeling en een tussen-e.

smalletjes

  1. alleen als naamwoordelijk deel: enigszins smal, mager
    • Wat ziet hij er smalletjes uit, hij is toch niet ziek?