smaden
- sma·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smaden |
smaadde |
gesmaad |
zwak -d | volledig |
smaden
- overgankelijk met hoon en spot overladen
- Zij werden om hun geloof vaak gesmaad.
de smaden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord smaad
- Het woord smaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smaden" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be