skuffa v

  1. lade


  • skuf·fa
Naar frequentie 42641

skuffa

  1. verleden tijd van skuffe
  2. voltooid deelwoord van skuffe

skuffa, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van skuffe


  • skuf·fa

skuffa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast skuffe, zie aldaar

skuffa

  1. verleden tijd van skuffa
  2. voltooid deelwoord van skuffa

skuffa

  1. gebiedende wijs van skuffa

skuffa

  1. verleden tijd van skuffe
  2. voltooid deelwoord van skuffe

skuffa

  1. gebiedende wijs van skuffe