• skri·ver
Naar frequentie 826

skriver

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skrive


  • skri·ver
Naar frequentie 818

skriver

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skrive


  • skri·ver

skriver

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skriva

skriver

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skrive


  • skri·ver
Naar frequentie 770

skriver

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van skriva