skifte
- skif·te
vervoeging van |
---|
skiffen |
skifte
- enkelvoud verleden tijd van skiffen
- Ik skifte.
- Jij skifte.
- Hij, zij, het skifte.
- Ik skifte.
- Het woord skifte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
skiffen |
skifte