skift
- skift
vervoeging van |
---|
skiffen |
skift
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skiffen
- Jij skift.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skiffen
- Hij skift.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van skiffen
- Skift!
- Het woord skift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.