sjor
- sjor
vervoeging van |
---|
sjorren |
sjor
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjorren
- Ik sjor.
- gebiedende wijs van sjorren
- Sjor!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sjorren
- Sjor je?
- Het woord sjor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjor" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be