• sin·ker
Naar frequentie 20632

sinker

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sinke

sinker

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van sink

sinker

  1. nominatief onbepaald mannelijk en onzijdig meervoud van sink

sinker

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van sinke


  • sin·ker

sinker

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van sinke