simulatoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: simulatoren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- si·mu·la·to·ren
Zelfstandig naamwoord
de simulatoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord simulator
Gangbaarheid
- Het woord simulatoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.