signaleerden
- sig·na·leer·den
vervoeging van |
---|
signaleren |
signaleerden
- meervoud verleden tijd van signaleren
- Wij signaleerden.
- Jullie signaleerden.
- Zij signaleerden.
- Wij signaleerden.
- Het woord signaleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.