sierden
- sier·den
vervoeging van |
---|
sieren |
sierden
- meervoud verleden tijd van sieren
- Wij sierden.
- Jullie sierden.
- Zij sierden.
- Wij sierden.
- Het woord sierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
sieren |
sierden