• se·po·neert
vervoeging van
seponeren

seponeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seponeren
    • Jij seponeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van seponeren
    • Hij seponeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van seponeren
    • Seponeert!