separeert
- se·pa·reert
vervoeging van |
---|
separeren |
separeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van separeren
- Jij separeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van separeren
- Hij separeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van separeren
- Separeert!
- Het woord separeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.