seminaristje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  seminaristje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• se·mi·na·rist·je

Zelfstandig naamwoord

het seminaristje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord seminarist

Gangbaarheid

• Het woord seminaristje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.