seg
- (3e persoon enkelvoud) zich
- «John hadde vasket seg.»
- John had zich gewassen.
- (3e persoon meervoud) zich
- «De nordiske landene profilerer seg både enkeltvis og samlet i Kina. »
- De Scandinavische landen profileren zich zowel individueel als collectief in China.
seg
- (3e persoon enkelvoud) zich
- (3e persoon meervoud) zich