• sec·ta·risch

sectarisch

  1. verouderde spelling of vorm van sektarisch tot 1996, als toegelaten variant (1955-1996)
    • Wanneer men onze symbolen neemt: ik verheug mij er over, dat de Nederlandse sociaal-democratie onbevangener, met meer warmte is komen te staan tegenover de nationale symbolen. Ik verheug mij er over, dat daardoor een stuk isolement in ons land weg is, dat wij daardoor inderdaad minder sectarisch staan in het Nederlandse volk. [1]
    • Mede door de late industrialisering hadden debatten binnen de kleine kring van vroege socialisten een nogal theoretisch en sectarisch karakter, waarbij invloeden van buitenaf (zoals het Franse syndicalisme, het Duitse marxisme en het Britse New Unionism) een disproportionele invloed uitoefenden. [2]
79 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[3]