• scoort
vervoeging van
scoren

scoort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scoren
    • Jij scoort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scoren
    • Hij scoort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van scoren
    • Scoort!