schutterden
- Geluid: schutterden (hulp, bestand)
- schut·ter·den
vervoeging van |
---|
schutteren |
schutterden
- meervoud verleden tijd van schutteren
- Wij schutterden.
- Jullie schutterden.
- Zij schutterden.
- Wij schutterden.
- Het woord schutterden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.