schuilga
- schuil·ga
vervoeging van |
---|
schuilgaan |
schuilga
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilgaan
- ... dat ik schuilga.
- Het woord schuilga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
schuilgaan |
schuilga