• schuif·deu·ren

de schuifdeurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schuifdeur
     Sverre liep door de schuifdeuren naar de eetzaal en kwam terug met de twee portretten van Ingeborg en Lauritz.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691