schuifdeuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schuif·deu·ren
Zelfstandig naamwoord
de schuifdeuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord schuifdeur
- ▸ Sverre liep door de schuifdeuren naar de eetzaal en kwam terug met de twee portretten van Ingeborg en Lauritz.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691