Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schraap·te bij·een

Werkwoord

vervoeging van
bijeenschrapen

schraapte bijeen

  1. enkelvoud verleden tijd van bijeenschrapen
    • Ik schraapte bijeen. 
    • Jij schraapte bijeen. 
    • Hij, zij, het schraapte bijeen.