schraap
- schraap
vervoeging van |
---|
schrapen |
schraap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrapen
- Ik schraap.
- gebiedende wijs van schrapen
- Schraap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrapen
- Schraap je?
- Het woord schraap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schraap" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be