schiemansgaren
- schie·mans·ga·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schiemansgaren | schiemansgarens |
verkleinwoord |
het schiemansgaren o
- henneptouw met meerdere strengen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schiemansgaren | schiemansgarens |
verkleinwoord |
het schiemansgaren o