Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schertst

Werkwoord

vervoeging van
schertsen

schertst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schertsen
    • Jij schertst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schertsen
    • Hij schertst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schertsen
    • Schertst!