Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scherp·stel·de

Werkwoord

vervoeging van
scherpstellen

scherpstelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van scherpstellen
    • ... dat ik scherpstelde. 
    • ... dat jij scherpstelde. 
    • ... dat hij, zij, het scherpstelde. 

Gangbaarheid