schandaliseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schan·da·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schandaliseren |
schandaliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandaliseren
- Ik schandaliseer.
- gebiedende wijs van schandaliseren
- Schandaliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandaliseren
- Schandaliseer je?
Gangbaarheid
- Het woord schandaliseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.